Haarvarianten

 

Ongeveer honderd jaar geleden kwam je nog bijna alle haarvariëten tegen bij de Duitse Herder. Zo kon je honden vinden met stokhaar, langhaar, en zelfs ook ruwharige en draadharige honden. Het fokken van Duitse Herders volgens de Rasstandaard was honderd jaar geleden ook veel moeilijker dan nu. Je had allerlei landslagen met even zoveel typische eigenschappen. Zo waren bijvoorbeeld de herdershonden uit Thüringen en Frankenland meestal draad- of ruwharig, heel vaak nogal klein en gedrongen, meestal wolfsgrauw met staande oren en krulstaarten. Uit Württemberg echter kwamen de grotere honden, vaak met een beter gangwerk en staartdracht. Daarentegen vertoonden deze honden weer een slechte orenstand of hadden ze zelfs hangende oren. Ook kwamen er veel langharige honden voor. Een groot aantal honden had een afstamming die niet bekend was. Ook kwamen er regelmatig inkruisingen voor met wolven.

Het gevolg hiervan was dat de eerste stamboek Duitse Herders al deze mogelijke eigenschappen met zich mee droegen in hun erfelijk materiaal. Dit betekent dat alle Duitse Herders van nu de bovengenoemde eigenschappen ook in meer of mindere mate met zich meedragen. Dankzij strenge selecties komen afwijkingen op de rasstandaard bij honden met het Certificaat van Fokniveau nog maar in beperkte mate voor. Voor wat betreft de haarvarianten zie je tegenwoordig grotendeels nog drie groepen Duitse Herders, namelijk de stokhaar, de langstokhaar en de langhaar.


Stokhaar

Volgens de Rasstandaard is stokhaar met onderwol de correcte beharing van de Duitse Herder. Het dekhaar moet zo mogelijk dicht, op correcte wijze hard en vast aanliggend zijn. Aan de kop is het haar, met inbegrip van de oren, aan de voorzijde van de ledematen, op poten en tenen kort en aan de hals wat langer en sterker behaard. Aan de achterzijde van de benen is het haar langer tot aan het polsgewricht. Aan de achterzijde van de dijen vormt het haar een matige broek.

img-20170718-wa0008Jena von Lärchenhain

 


Langstokhaar

Langstokhaar wordt gekenmerkt door lang, zacht en niet vast aangesloten dekhaar met onderwol, waaiers en pluimen aan oren en benen, zeer vol behaarde staart met waaiervorming naar beneden. Langstokhaar behoort sinds 2010 officieel tot de rasstandaard.

img-20170719-wa0006  Troy von Jabora img-20170719-wa0000

 

 

 

 

 

 

 


Langhaar

Langhaar betekent lang, zacht haar zonder onderwol, meestal op het midden van de rug gescheiden, waaiers en pluimen aan de oren, benen en staart.

Beau-juli 2011    enzi-29 jan 2010 052